‘Verdrinkende herten, die klonken als huilende kinderen.’ Toen Klaas Kosters (Rijkswaterstaat) dit vertelde op het Deltacongres, hing ik gelijk aan zijn lippen. Het was hem verteld door de burgemeester van het Duitse dorpje Fishbeck waar in juni 2013 de dijk doorbrak. En ik vertel het weer door aan jou.

Zo werkt dat dus met verhalen. Ze roepen een beeld op en dat onthoud en reproduceer je makkelijker. Je wordt erdoor geraakt. En dat komt omdat beelden als het ware via een supersnelle glasvezelkabel naar onze hersenen gaan, zo heb ik van online copywriter Aartjan van Erkel geleerd.

Ook de verhalende (water)reportages van VN-journalist Thijs Broer raken mij. Sinds ik het Handboek verhalende journalistiek heb gelezen begrijp ik beter hoe dat komt. En ik heb me verdiept in de tips van storytelling-experts van Annet Scheringa en Sigried van Iersel.

Mijn inzichten heb ik vertaald naar 5 tips voor een meeslepend waterverhaal. Je kunt ze gebruiken als schrijftips en om een verhaal te selecteren, briefen of beoordelen.

1. Gebruik archetypes 

Dit zijn oude vertelstructuren die mensen herkennen en waardoor ze zich automatisch laten meevoeren. Thijs gebruikt in zijn reportage De dreiging die we allemaal onderschatten bijvoorbeeld het archetype ‘de gezamenlijke vijand’ (het water). Zijn boek Langs de kust kun je een ‘heldentocht’ noemen. Ook het ‘groot versus klein’-archetype kom ik in zijn verhalen tegen.

2. Goedgekozen perspectief en personage

Door wiens ogen ga je het verhaal vertellen? Dat heet het perspectief. Eén dominant perspectief is sterker en duidelijker. Dit vind ik goed gelukt in het filmpje over boer Nol Hooijmaijers uit de Overdiepse Polder op de website van Ons Water. Hij is ook meer een personage dan een interviewkandidaat; een hoofdpersoon met wie je meeleeft. Met een goedkgekozen perspectief en personage trek je je lezer mee in een verhaal.

Nol

3. Zoek het probleem

Of een tegenstelling. Neem het verhaal van boerin Annette Harberink uit Diepenveen, die ‘schippert tussen de belangen van natuurbeheer en Ruimte voor de Rivier’. Deze omschrijving (een tegenstelling) triggert mij om haar filmpje te bekijken. Zonder probleem of conflict heb je geen verhaal.

Annette

4. Vermeng feiten met emoties 

Op het moment dat Leendert Bécu, oud-Rijkswaterstater in het filmpje Nooit meer een watersnoodramp als in ’53 zichtbaar geëmotioneerd zegt ‘Ik dacht dat ik het water kende’, ben ik meteen alert. Emoties raken ons meer dan feiten.

5. Bouw spanning op

Een verhaal heeft een ontknoping nodig; een goede (of slechte) afloop. En door de ontknoping voor het eind te bewaren en informatie gedoseerd weg te geven zorg je voor een spanningsboog. Je lezer moet zich steeds afvragen: en toen, en toen?

Samengevat heb je voor een goed verhaal dus een personage nodig, die tegen een probleem aanloopt en dat liefst zelf oplost (ontknoping). Dat is het plot.

Twee blunders uit eigen werk, dat wordt mijn volgende blogartikel. Want ik ben natuurlijk gaan checken of ik deze tips wel in mijn eigen verhalen toepas.

Welk waterverhaal heeft jou geraakt? Mail me: mariekebos@xs4all.nl. Tips voor waterverhalen die de moeite waard zijn om op te schrijven zijn ook welkom.

Meer lezen