IMG_6459

Vijf tips voor een sterk waterverhaal gaf ik in mijn vorige blogartikel. Plus de belofte dat ik mijn eigen verhalen langs die meetlat zou leggen. Ik ontdekte twee ‘blunders’.

‘Het zal toch niet waar zijn?’ dacht Hans van Heiningen toen hij voor het eerst over het Stroomlijn-project van Rijkswaterstaat hoorde.

Deze verhalende reportage die ik in 2012 schreef, begint goed. We hebben een personage (boswachter Hans), hij heeft een probleem (een project dat hij niet ziet zitten) en hij beschrijft zijn gevoel daarbij (ongeloof). Maar daarna gaat het mis.

De boswachter van Staatsbosbeheer vindt de pionierssituatie die in de Breemwaard en Gamerensche waard is ontstaan inmiddels reuze spannend. ‘Het herstellend vermogen van de natuur is fenomenaal.’

Ik verklap in de intro meteen de ontknoping al! Weg spanningsboog. Waarom zou je verder lezen als je al weet dat Hans uiteindelijk blij is met het resultaat?

Als tekstschrijver val ik graag met de deur in huis. In de intro verwoord ik vaak de essentie van een tekst, zodat de lezer weet wat ie kan verwachten. Die duidelijkheid werkt goed in een nieuwsbericht of  informatieve tekst, maar niet in een verhaal.

En er is meer aan de hand. Ik plaats meteen iets positiefs tegenover iets negatiefs. Ik ben erachter gekomen dat ik dat vaker doe. Zo probeer ik te schipperen tussen de belangen van mijn opdrachtgever, het verhaal dat mijn interviewkandidaat kwijt wil en mijn eigen journalistieke instinct.

Het was sterker geweest als ik stap voor stap de moeizame weg naar de positieve ontknoping had beschreven. Zo bouw je spanning op. Meer mensen lezen het verhaal dan van a tot z. Waardoor de boodschap beter aankomt. Uiteindelijk bewijs je je opdrachtgever en interviewkandidaat hiermee juist een dienst.

Mijn tweede faux pas staat in het aangrijpende verhaal over de familie van Beek, die uit de Overdiepse Polder moest verhuizen om ruimte te maken voor de rivier. En dat is niet het enige wat hen overkomt.

Een week voor de geplande verhuizing brandde ons woonhuis in Overdiep volledig af. Dat was een ramp. Weg optimisme. Weg herinneringen. De spulletjes die we hadden gekregen voor ons nieuwe huis, stonden er verkoold bij. Dan krijgt zo’n verhuizing ineens een hele andere lading. Het werd geen verhuizing, maar een verplaatsing van enkel ons gezin en de koeien.’

Deze passage heeft verhaaltechnisch veel pluspunten. We hebben een personage (Adje van Beek) met een probleem (een gedwongen verhuizing). Er is een ontknoping (de brand). Haar relaas is levendig en met emotie opgeschreven (het beeld van de verkoolde spulletjes blijft je bij). Maar lees dit eens:

Ik heb daarom nog wat moeite om dit als een mooie start te zien. Het voelt nog niet als “thuis”. Met een wegpinkende traan denk ik terug aan de eens zo hechte gemeenschap en de verdrietige en spectaculaire gebeurtenissen in het Overdiep.

‘Met een wegpinkende traan’, dat is schrijftaal, terwijl de rest van het verhaal als spreektaal is opgetekend. Je kunt denken: wat maakte dan ene zinnetje nou uit, maar met dat ene zinnetje laat ik mijn personage uit haar rol vallen. En haar verhaal verliest daardoor aan geloofwaardigheid en kracht.

Het is een wijziging die Adje zelf voorstelde, maar ik had beter moeten uitleggen dat het verhaal zonder die laatste zin sterker was geweest. Ik deed het niet, uit respect vanwege al het leed dat hen was overkomen. En – laat ik het eerlijk toegeven – ook om niet zeikerig over te komen.

Welke lering heb ik nu getrokken uit deze foutjes? 

  • Om spanning op te bouwen moet je informatie achterhouden en de ontknoping uitstellen. Maar ik ben als tekstschrijver/journalist juist gewend om met de deur in huis te vallen! Ik moet dus een hardnekkige gewoonte afleren.
  • Een goed verhaal schrijven is één ding, maar om het ook gepublicéérd te krijgen moet je met overtuigingskracht en heldere argumenten een stokje steken voor wijzigingen die een verhaal verslechteren.
  • Verhaaltechnieken, zoals het opbouwen van spanning zorgen ervoor dat een tekst van a tot z gelezen wordt en dat de boodschap beter beklijft. Daarmee bewijs je zowel je opdrachtgever als je interviewkandidaat een dienst.

Meer lezen:

Een best practice uit eigen werk: Situatieschets Waterberging Volkerak-Zoommeer (leest als een spannend filmscenario!)

De reportage met boswachter Hans

Het complete interview met Adje van Beek